Het voordeurentekort en het rood-groene debat

Redactie, 2016-07-20 10:39:54

Recent nam ik deel aan een discussie over sociale huisvesting in de Amersfoortse Rooie Cent. Daar manifesteerde zich een klassieke rood-groen tegenstelling. De ‘roden’ stonden voor meer woningbouw om het groeiende tekort aan betaalbare woningen op te vangen, en de ‘groenen’ stonden voor het behoud en de versterking van alles wat groen is. Allebei op de bres voor leefbaarheid, maar met een concurrerende ruimteclaim.

Eén miljoen extra woningen
Maar zijn die ruimteclaims wel zo tegenstrijdig? De bouwlobby stelt dat er tot 2040 één miljoen woningen bijgebouwd moet worden. Om dat te motiveren wordt naar het sterk stijgende aantal huishoudens gewezen.  De sterke groei van het aantal huishoudens is een feit. Deze groei wordt echter nauwelijks veroorzaakt door de toename van het aantal inwoners, maar primair door de afname van de huishoudengrootte. In 2040 bestaat 40% van de huishoudens uit één persoon. Voorheen woonden ouderen samen in een verzorgingshuis, steeds vaker wonen ze (alleen) in een zelfstandige woning. Voorheen verbleven veel psychiatrisch patiënten in een zorginstelling, steeds vaker  wonen ze midden in buurten en wijken. Voorheen woonden ouders samen met hun kinderen in een ruime gezinswoning; steeds vaker wonen ze echter gescheiden. In het laatste geval wordt niet alleen het huishouden gescheiden maar ook het huishoudenbudget. Vandaar dat de wachtlijsten voor sociale woningen explosief stijgen. Per saldo hebben we meer en goedkopere woningen nodig,  besteden.

Herverdelingsvraagstuk
Wie door de cijfers van bouwend Nederland heen kijkt, ziet meer een herverdelingsvraagstuk dan een bouwopgave. Of in andere woorden: we hebben niet méér vierkante meters nodig, maar méér voordeuren! Dat is de kern van de zaak. Begrippen als transformatie en herbestemming suggereren dat we vooral lege kantoren en ander bedrijfsmatig vastgoed moeten benutten om te wonen. Ik zou zeggen: doen! Maar de werkelijke leegstand manifesteert zich in het wonen zelf. We gaan onze woonruimte steeds extensiever gebruiken. Ruim wonen is beslist een verworvenheid, maar mijn gevoel zegt dat daar grenzen aan zijn. Op een gegeven moment heb je genoeg hobby- en logeerkamers. Dat geldt zeker voor een tijd waarin materiele zaken steeds kleiner, dunner en lichter worden.  

Duplexen en verzolderen
Dat voordeurentekort laat zich uiteraard niet zomaar oplossen. Daar is veel inventiviteit en ondernemerschap voor nodig. Misschien kunnen we voormalige duplexwoningen opnieuw splitsen, of grote zolderkamers, uitgerust met kitchenette en sanitair, zelfstandig verhuren. Zo kan ik nog een handvol andere ‘voordeuroplossingen’ bedenken. Over de organisatie daarvan maak ik me de minste zorgen. Airbnb geeft al een flinke impuls aan het intensiveren van de bestaande woningvoorraad. In het verlengde daarvan voorzie ik tal van andere toepassingen. Wie weet, wordt dan achter het groen-rode debat voorgoed een punt gezet.
 
Marc van Leent, juli 2016
 
Het voordeurentekort en het rood-groene debat
Recent nam ik deel aan een discussie over sociale huisvesting in de Amersfoortse Rooie Cent. Daar manifesteerde zich een klassieke rood-groen tegenstelling. De ‘roden’ stonden voor meer woningbouw om het groeiende tekort aan betaalbare woningen op te vangen, en de ‘groenen’ stonden voor het behoud en de versterking van alles wat groen is. Allebei op de bres voor leefbaarheid, maar met een concurrerende ruimteclaim.

Eén miljoen extra woningen
Maar zijn die ruimteclaims wel zo tegenstrijdig? De bouwlobby stelt dat er tot 2040 één miljoen woningen bijgebouwd moet worden. Om dat te motiveren wordt naar het sterk stijgende aantal huishoudens gewezen.  De sterke groei van het aantal huishoudens is een feit. Deze groei wordt echter nauwelijks veroorzaakt door de toename van het aantal inwoners, maar primair door de afname van de huishoudengrootte. In 2040 bestaat 40% van de huishoudens uit één persoon. Voorheen woonden ouderen samen in een verzorgingshuis, steeds vaker wonen ze (alleen) in een zelfstandige woning. Voorheen verbleven veel psychiatrisch patiënten in een zorginstelling, steeds vaker  wonen ze midden in buurten en wijken. Voorheen woonden ouders samen met hun kinderen in een ruime gezinswoning; steeds vaker wonen ze echter gescheiden. In het laatste geval wordt niet alleen het huishouden gescheiden maar ook het huishoudenbudget. Vandaar dat de wachtlijsten voor sociale woningen explosief stijgen. Per saldo hebben we meer en goedkopere woningen nodig,  besteden.

Herverdelingsvraagstuk
Wie door de cijfers van bouwend Nederland heen kijkt, ziet meer een herverdelingsvraagstuk dan een bouwopgave. Of in andere woorden: we hebben niet méér vierkante meters nodig, maar méér voordeuren! Dat is de kern van de zaak. Begrippen als transformatie en herbestemming suggereren dat we vooral lege kantoren en ander bedrijfsmatig vastgoed moeten benutten om te wonen. Ik zou zeggen: doen! Maar de werkelijke leegstand manifesteert zich in het wonen zelf. We gaan onze woonruimte steeds extensiever gebruiken. Ruim wonen is beslist een verworvenheid, maar mijn gevoel zegt dat daar grenzen aan zijn. Op een gegeven moment heb je genoeg hobby- en logeerkamers. Dat geldt zeker voor een tijd waarin materiele zaken steeds kleiner, dunner en lichter worden.  

Duplexen en verzolderen
Dat voordeurentekort laat zich uiteraard niet zomaar oplossen. Daar is veel inventiviteit en ondernemerschap voor nodig. Misschien kunnen we voormalige duplexwoningen opnieuw splitsen, of grote zolderkamers, uitgerust met kitchenette en sanitair, zelfstandig verhuren. Zo kan ik nog een handvol andere ‘voordeuroplossingen’ bedenken. Over de organisatie daarvan maak ik me de minste zorgen. Airbnb geeft al een flinke impuls aan het intensiveren van de bestaande woningvoorraad. In het verlengde daarvan voorzie ik tal van andere toepassingen. Wie weet, wordt dan achter het groen-rode debat voorgoed een punt gezet.
 
Marc van Leent, juli 2016