Een goed gesprek over waarde … is nog niet zo gemakkelijk.

Redactie, 2016-07-15 12:23:08

Op 22 juni vond in de het lege AGIS-gebouw een ‘goed gesprek over waarde’ plaats. De aanleiding voor dit gesprek was tweeledig: de door de Raad aangenomen motie met het verzoek om een afwegingskader voor maatschappelijk vastgoed te ontwikkelen en de Expeditie Refill die zoekt naar de (maatschappelijke) meerwaarde van tijdelijk gebruik van ruimte. Drie initiatiefnemers brachten hun casus in; drie panelleden reflecteerden daarop, de zaal haakte aan en Marc van Leent probeerde als gespreksleider de boel bij elkaar te houden. Aan het gesprek namen circa 40 Amersfoorters deel waaronder twee wethouders (Bertien Houwing en Hans Buijtelaar) en enkele raadsleden.
 
De volgende initiatiefnemers kregen tijdens het ‘gesprek’ de gelegenheid om hun zaak naar voren te brengen: Co Schop en Remus Nieuwland van de Weggeefwinkel/Buurtuin, Jeroen Fikkers van KruiskampOnderneemt! en Egbert van Triest van Pop-Up Pallets. De eerste twee maken voordelig gebruik van (voormalig) gemeentelijk vastgoed, de laatstgenoemde heeft z’n huisvesting bij reguliere marktpartijen geregeld, voorheen op tijdelijke basis.
De initiatiefnemers werden bevraagd door een driehoofdig panel: Michiel van Rennes, sociaal ondernemer en directeur van Bzzzonder, Hiske Land, raadslid voor Groen Links en Jochum Deuten, landelijk actief specialist maatschappelijke effecten.
 
Drie benaderingen
Doel van de bijeenkomst was níet om de initiatiefnemers de maat te nemen, maar om te ervaren of het überhaupt mogelijk is een zinvol gesprek over waarde te voeren. Dat bleek nog niet mee te vallen. Het gesprek was beslist levendig, veelzijdig en - naar de mening van enkele gasten uit België -  ook confronterend. Maar werkelijk grip krijgen op de waarde die de maatschappelijke initiatiefnemers genereren, vraagt meer dan er op deze middag aan tijd beschikbaar was. Laat staan dat men er aan toe kwam om die waarde af te zetten tegen het financiële vastgoedoffer dat de gemeente in ruil daarvoor brengt. Tijdens het gesprek werden niettemin een aantal waardevolle benaderingen geoogst:
  • Op de eerste plaats werd betoogd dat uiteindelijk (alleen) de maatschappelijke doelgroepen kunnen bepalen of iets van waarde is; zo’n aanpak vraagt een 360graden feedback zoals die bij personele beoordeling wel voorkomt;
  • Een alternatief standpunt is dat alleen het onafhankelijke en geoefende oog van een expert in staat is een maatschappelijk initiatief op waarde te beoordelen; bij deze benadering past het idee van een maatschappelijke taxatie;
  • Daar tegenover werd gesteld dat het juist de primaire taak van de politiek is om appels en peren af te wegen; in dit geval de veronderstelde waarde van het initiatief met het daarvoor benodigde vastgoedoffer. De politiek is daarvoor  (het meest) gelegitimeerd; daar moet ze niet voor weglopen.
Deze benaderingen sluiten elkaar overigens niet uit; ze kunnen gecombineerd worden: de maatschappelijke taxatie wordt mede gebaseerd op gesprekken of eventueel enquêtes onder doelgroepen. Het resultaat daarvan wordt voorgelegd aan de politiek ter besluitvorming.
 
Leefwereld versus systeemwereld
Verder viel op dat de relatie tussen partijen, in het bijzonder die tussen gemeente en initiatiefnemer, verschillend wordt beleefd. Voor de initiatiefnemer is de gemeente een partner in (maatschappelijke) business die je als zodanig benaderd. ‘We doen allebei wat in de pot en proberen er samen wat moois van te maken’. De gemeente ziet dat vaak anders. Zij ziet er op toe dat niemand wordt voorgetrokken en iedereen dezelfde kansen krijgt. Die twee belevingen staan op gespannen voet, zo bleek tijdens de bijeenkomst. Het verschil tussen de leefwereld en de systeemwereld.
 
Geen verdienmodel
Wat breed werd beseft is dat er veel maatschappelijke waarde wordt gerealiseerd door partijen die geen (directe) subsidie- of vastgoedrelatie hebben met de gemeente. Veel van die organisaties kunnen op eigen benen staan omdat ze een eigen ‘verdienmodel’ hebben. Niet alle initiatiefnemers hebben echter een reguliere inkomstenbron; de Weggeefwinkel is daarvan wel het meest exemplarische voorbeeld. Daar is het zelfs een principe!

Lees hier ook de persoonlijke terugblik van Jochum Deuten, specialist maatschappelijke effecten.
 
Meer informatie bij Marc van Leent (06 51026684) / marc@refill-amersfoort.nl
 
Een goed gesprek over waarde … is nog niet zo gemakkelijk.
Op 22 juni vond in de het lege AGIS-gebouw een ‘goed gesprek over waarde’ plaats. De aanleiding voor dit gesprek was tweeledig: de door de Raad aangenomen motie met het verzoek om een afwegingskader voor maatschappelijk vastgoed te ontwikkelen en de Expeditie Refill die zoekt naar de (maatschappelijke) meerwaarde van tijdelijk gebruik van ruimte. Drie initiatiefnemers brachten hun casus in; drie panelleden reflecteerden daarop, de zaal haakte aan en Marc van Leent probeerde als gespreksleider de boel bij elkaar te houden. Aan het gesprek namen circa 40 Amersfoorters deel waaronder twee wethouders (Bertien Houwing en Hans Buijtelaar) en enkele raadsleden.
 
De volgende initiatiefnemers kregen tijdens het ‘gesprek’ de gelegenheid om hun zaak naar voren te brengen: Co Schop en Remus Nieuwland van de Weggeefwinkel/Buurtuin, Jeroen Fikkers van KruiskampOnderneemt! en Egbert van Triest van Pop-Up Pallets. De eerste twee maken voordelig gebruik van (voormalig) gemeentelijk vastgoed, de laatstgenoemde heeft z’n huisvesting bij reguliere marktpartijen geregeld, voorheen op tijdelijke basis.
De initiatiefnemers werden bevraagd door een driehoofdig panel: Michiel van Rennes, sociaal ondernemer en directeur van Bzzzonder, Hiske Land, raadslid voor Groen Links en Jochum Deuten, landelijk actief specialist maatschappelijke effecten.
 
Drie benaderingen
Doel van de bijeenkomst was níet om de initiatiefnemers de maat te nemen, maar om te ervaren of het überhaupt mogelijk is een zinvol gesprek over waarde te voeren. Dat bleek nog niet mee te vallen. Het gesprek was beslist levendig, veelzijdig en - naar de mening van enkele gasten uit België -  ook confronterend. Maar werkelijk grip krijgen op de waarde die de maatschappelijke initiatiefnemers genereren, vraagt meer dan er op deze middag aan tijd beschikbaar was. Laat staan dat men er aan toe kwam om die waarde af te zetten tegen het financiële vastgoedoffer dat de gemeente in ruil daarvoor brengt. Tijdens het gesprek werden niettemin een aantal waardevolle benaderingen geoogst:
  • Op de eerste plaats werd betoogd dat uiteindelijk (alleen) de maatschappelijke doelgroepen kunnen bepalen of iets van waarde is; zo’n aanpak vraagt een 360graden feedback zoals die bij personele beoordeling wel voorkomt;
  • Een alternatief standpunt is dat alleen het onafhankelijke en geoefende oog van een expert in staat is een maatschappelijk initiatief op waarde te beoordelen; bij deze benadering past het idee van een maatschappelijke taxatie;
  • Daar tegenover werd gesteld dat het juist de primaire taak van de politiek is om appels en peren af te wegen; in dit geval de veronderstelde waarde van het initiatief met het daarvoor benodigde vastgoedoffer. De politiek is daarvoor  (het meest) gelegitimeerd; daar moet ze niet voor weglopen.
Deze benaderingen sluiten elkaar overigens niet uit; ze kunnen gecombineerd worden: de maatschappelijke taxatie wordt mede gebaseerd op gesprekken of eventueel enquêtes onder doelgroepen. Het resultaat daarvan wordt voorgelegd aan de politiek ter besluitvorming.
 
Leefwereld versus systeemwereld
Verder viel op dat de relatie tussen partijen, in het bijzonder die tussen gemeente en initiatiefnemer, verschillend wordt beleefd. Voor de initiatiefnemer is de gemeente een partner in (maatschappelijke) business die je als zodanig benaderd. ‘We doen allebei wat in de pot en proberen er samen wat moois van te maken’. De gemeente ziet dat vaak anders. Zij ziet er op toe dat niemand wordt voorgetrokken en iedereen dezelfde kansen krijgt. Die twee belevingen staan op gespannen voet, zo bleek tijdens de bijeenkomst. Het verschil tussen de leefwereld en de systeemwereld.
 
Geen verdienmodel
Wat breed werd beseft is dat er veel maatschappelijke waarde wordt gerealiseerd door partijen die geen (directe) subsidie- of vastgoedrelatie hebben met de gemeente. Veel van die organisaties kunnen op eigen benen staan omdat ze een eigen ‘verdienmodel’ hebben. Niet alle initiatiefnemers hebben echter een reguliere inkomstenbron; de Weggeefwinkel is daarvan wel het meest exemplarische voorbeeld. Daar is het zelfs een principe!

Lees hier ook de persoonlijke terugblik van Jochum Deuten, specialist maatschappelijke effecten.
 
Meer informatie bij Marc van Leent (06 51026684) / marc@refill-amersfoort.nl